In een klein, knus huisje aan de rand van de stad, waar de sneeuw zachtjes op het dak viel en de lichten van de winkelstraten nog vaag te zien waren, zat hij alleen bij zijn oude kachel. De warmte van het vuur danste over zijn gezicht terwijl hij een vergeelde foto van vroeger vasthield. Het was weer zo’n avond. Stil, een beetje melancholisch, en gevuld met herinneringen aan tijden die hij niet kon terughalen.

Hij was altijd een bekend gezicht in de stad geweest, die goedlachse postbode met zijn bulderende lach en zijn vrolijke grapjes. Kinderen zwaaiden naar hem als hij door de straten liep, en volwassenen lieten zich opbeuren door zijn altijd oprechte belangstelling. Maar nu, in de herfst van zijn leven, was de eenzaamheid een stille metgezel geworden. Behalve in december.

December was zijn maand. De dagen waarop hij als Sinterklaas of kerstman door het leven ging, voelden als een warme deken. Met zijn zachte, vriendelijke stem, zijn schaterlach en die bijzondere gave om kinderen op hun gemak te stellen, bracht hij magie in het leven van velen. Maar wat de mensen niet zagen, was hoe leeg het huis voelde wanneer de kostuums weer in de kast hingen en het applaus was verstomd.

Dit jaar leek niet anders. De zaterdag van de intocht had hij straal in het middelpunt gestaan, handen geschud, pepernoten uitgedeeld, en een zee van blije gezichten om zich heen gehad. Maar nu, op de avond van 5 december, zat hij alleen. De klok tikte traag, en hij vroeg zich af of er iemand aan hem dacht, of dat hij slechts een voetnoot in het leven van de mensen was.

Plots klonk er een zachte klop op zijn deur. Hij keek op, verrast. Verwachtte hij iemand? Toen hij opendeed, stond daar een groep mensen uit de winkelstraat. Bekende gezichten glimlachten naar hem. In hun handen droegen ze pakketten, manden en... een geur die hem direct naar zijn jeugd bracht. Indisch eten! Zijn favoriete keuken, met gerechten die hem deden denken aan de warmte van vroeger.

"Verrassing!" riepen ze in koor. De eigenaar van het plaatselijke restaurant stapte naar voren en knipoogde. "We dachten dat het tijd werd dat de man die altijd voor ons klaarstaat, zelf eens in het zonnetje werd gezet."

Ze zetten alles neer in zijn woonkamer: schalen vol geurige nasi, bami, saté, loempia's, en een grote pan rendang. Het buffet straalde net zoveel warmte uit als de mensen om hem heen. Terwijl hij nog wat onwennig om zich heen keek, klonken er stemmen: "We hebben je altijd gewaardeerd, maar het werd tijd dat je dat ook voelde."

De avond werd gevuld met verhalen, gelach en de klanken van oude Sinterklaasliedjes. Voor het eerst in jaren voelde hij zich geen passant, maar een deel van iets groters. Zijn huis, dat normaal zo stil en eenzaam was, leek gevuld met licht en leven.

Later, toen de laatste gasten vertrokken en het huis weer tot rust kwam, staarde hij naar de lege borden en kopjes op de tafel. Een glimlach speelde om zijn lippen. Misschien was hij toch niet zo alleen als hij altijd had gedacht. Misschien, dacht hij, had hij altijd meer gegeven dan hij besefte. En op een koude decemberavond hadden de mensen hem dat liefdevol laten zien.