Vandaag zijn we hier samengekomen om afscheid te nemen van Mien. Een vrouw die zo’n groot deel van haar leven voor anderen heeft gezorgd, en die ook toen zij zelf zorg nodig had, omringd werd door liefde en aandacht van de mensen om haar heen. Het is een eer om hier te mogen spreken over haar leven, een leven vol betekenis en verbinding.

Daar zat ze, bij het raam, in de Pannehoeve. Bijna vijf jaar woonde ze daar, eerst in een serviceflat en later op de gesloten afdeling. Vaak zat ze turend naar buiten, in afwachting van hen die op bezoek zouden komen. Mensen die ze zo miste, maar die al jaren geleden waren overleden. Mien wist het niet meer, en misschien was dat ergens een zegen. Ze hoefde niet te beseffen dat ze nog maar alleen was. In haar hart waren ze er nog steeds, haar man, haar zoon, haar ouders. Ze sprak over hen alsof ze nog altijd deel uitmaakten van haar dagelijks leven. Ze vertelde over hun levens alsof de tijd stil had gestaan.

Mien, wat heeft de verzorging met liefde voor je gezorgd. Je was geen onbekende voor hen, integendeel. Voordat je op de gesloten afdeling kwam te wonen, had je al jarenlang als vrijwilliger in de Pannehoeve gewerkt. De verzorgenden konden altijd een beroep op je doen. Je was er echt voor de bewoners – niet alleen met praktische hulp, maar ook met je luisterend oor en je oprechte belangstelling. Bij hen vond je de verbinding die je zo hard nodig had na al het verlies in je eigen leven.

Je zoon verloor je al toen hij nog maar vijf jaar oud was. Een tragisch verlies dat je altijd hebt meegedragen. En toen je man overleed toen jij 52 was, stond je er alleen voor. Ook je ouders waren er niet meer. Maar ondanks alles gaf je niet op. Via een oproep in de plaatselijke krant vond je het vrijwilligerswerk in de Pannehoeve. Daar vond je nieuwe gesprekken, nieuwe verhalen, en bovenal een nieuwe manier om je leven betekenis te geven.

Je was er niet alleen voor de bewoners, maar ook voor de verzorgenden. Je zag hen binnenkomen als leerlingen, je zag ze groeien, trouwen, vader of moeder worden. Je was er ook voor hen in moeilijke tijden. Jouw steun, jouw aandacht, het was van onschatbare waarde. En toen jij zelf zorg nodig had, stond de Pannehoeve klaar voor jou. Jij hoorde bij hen. Jij was deel van hun zorgfamilie.

Ondanks je dementie bleef je genieten van de kleine dingen. Een stukje koek bij de thee, activiteiten rond de feestdagen, en de zondagse mis. Die momenten gaven je vreugde, ook in de laatste fase van je leven.